De nieuwe vermogensbelasting die het kabinet Rutte in 2017 wil invoeren is nog steeds onredelijk. Dat is nog tot daaraan toe. Irritant is vooral dat er flutargumenten worden gebruikt, vindt Errol Keyner.
Het zijn sombere tijden voor elke voorstander van eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap, een kleine overheid, een sober vangnet voor de (echt) sociaaleconomisch zwakkeren en vooral lage belastingen. Een vlaktaks voor de inkomstenbelasting gaat er echt niet komen, in ieder geval geen lage.
Inmiddels weten we ook dat een nieuw systeem voor vermogensrendementsbelasting niet eerlijker gaat worden of de belastingdruk verlaagt. Vriend en vijand zijn het erover eens dat het huidige systeem onverdedigbaar is. Op een relatief kleine vrijstelling na, betalen particulieren 30 procent belasting over een theoretisch 4 procent rendement op hun netto vermogen (exclusief eigen huis). Dit komt neer op 1,2 procent afdracht.
Mensen die voornamelijk sparen halen nu slechts 1 procent rendement en worden dankzij de fiscus ieder jaar armer, zelfs zonder inflatie. Beleggers in staatsobligaties komen er veelal nog bekaaider vanaf.
Aandelenbeleggers kunnen daarentegen meer dan 4 procent rendement halen, echter niet zonder extra risico te nemen. Bij tegenwind boeken ze verlies. Als toetje volgt de 1,2 procent afdracht.
Het huidige kabinetsvoorstel verzacht de pijn voor kleine vermogens, maar lost het niet op, aangezien het nog steeds uitgaat van 2,9 procent rendement. Het voordeeltje wordt teruggehaald bij grotere vermogens, door 4,7 en 5,5 procent rendement te veronderstellen. Het kabinet verdedigt de nivelleringsactie door te stellen dat grotere vermogens hogere rendementen halen.
Prietpraat over nieuwe vermogensbelasting
Natuurlijk weten de knappe koppen bij de overheid echt wel dat hogere rendementen enkel kunnen worden behaald door meer risico te nemen en kosten (vermogensbeheer, transacties) laag te houden. Maar de belastinghervorming mocht de schatkist niets kosten en dus werd het voorstel onderbouwd met prietpraat.
Dat de overheid het zich niet kan permitteren om een fair belastingsysteem te implementeren, is rationeel nog verdedigbaar. Om in plaats van een broodnodige hervorming een regelrechte nivelleringsmaatregel door de strot van vermogende particulieren te duwen, is met (heel) wat goede wil en een dikke linkse bril op nog voorstelbaar. Maar door dit met flutargumenten te onderbouwen, verliest de overheid aan geloofwaardigheid.
Zolang vermogensrendementbelasting niets te maken heeft met echte rendementen (zoals de naam suggereert), kan de overheid net zo goed teruggaan naar de oude vermogensbelasting uit de twintigste eeuw. Toen werden daadwerkelijke ontvangen rentes en dividenden als inkomsten belast en werd 0,7 procent geheven op het vermogen (na vrijstellingen).
Dat systeem was net zo onredelijk, maar toen was de overheid er wel eerlijk over.
Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl